Tijdens huwelijk ontvangen echtgenoten nogal eens een schenking of erfenis van hun ouders. Daarbij wordt meestal bepaald ‘dat de schenkingen of de erfenis alleen voor het eigen kind zijn’ (dit noemen we ook wel ‘de uitsluitingsclausule). Met andere woorden: het bedrag van de schenking komt nooit toe aan de andere echtgenoot en valt niet in de gemeenschap van goederen. Niet tijdens het huwelijk en niet bij de scheiding. Bij een scheiding leveren ontvangen schenkingen en erfenissen vaak veel gedoe op. Waaraan is de schenking besteed? Is er nog wat van over? Of is alles opgemaakt aan vakanties en luxegoederen? Hoe los je dit nu op?
In juristenland was men het lang niet eens over de beste oplossing. De ene groep juristen zei: ‘op is op’. Als de schenkingen worden besteed aan de consumptiegoederen of kosten van de huishouding en er kan achteraf niet meer worden vastgesteld aan welke uitgaven het geld is besteed, dan kun je de schenking niet meer terugvorderen van de gemeenschap van goederen. De andere groep juristen was het daar niet mee eens. Die waren van mening dat er altijd een vergoedingsrecht ontstaat, zodra het geschonken bedrag in de gemeenschap van goederen valt. Ongeacht waaraan het geld is besteed. Deze beide meningen maakten de scheiding soms erg lastig.
De Hoge Raad heeft in een recente uitspraak de knoop nu door gehakt. Echtgenoten waren sinds 1985 in gemeenschap van goederen met elkaar gehuwd. De vrouw heeft tijdens het huwelijk schenkingen ‘onder uitsluitingsclausule’ verkregen. Deze geschonken bedragen van totaal € 30.000 zouden dus in privé aan de vrouw toe moeten komen. De geschonken bedragen zijn echter steeds overgeboekt naar de gezamenlijke bankrekening van partijen. Daarna is het bedrag van de schenking opgegaan aan gemeenschappelijke uitgaven en kosten. Vraag: heeft de vrouw nog recht op de € 30.000?
De Hoge Raad zegt dat de vrouw inderdaad een vergoedingsrecht heeft. Door de uitsluitingsclausule is het geld privévermogen van de vrouw. Doordat zij de schenkingen op een gemeenschappelijke bankrekening heeft gestort, heeft de gemeenschap van goederen een voordeel gekregen van € 30.000. Daarom heeft de vrouw nog een vordering op de gemeenschap van goederen van € 30.000. Dat de schenkingen zijn gebruikt voor consumptieve bestedingen, maakt volgens de Hoge Raad niet uit.
Tip! Mochten de kosten van deze zomervakantie door een van de echtgenoten joviaal uit een schenking betaald worden, vraag dan of dit een cadeau is of dat je dit later bij de scheiding weer terug moet betalen.
Tweet