Bij beschikking van de rechtbank van 26 mei 2010 heeft de rechtbank bepaald dat de man met ingang van 31 maart 2010 € 500,- per maand zal betalen als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van zijn minderjarige kind , bij vooruitbetaling te voldoen aan de vrouw.
De man wordt pas later geconfronteerd met deze uitspraak en betaalt alsnog de achterstallige alimentatie van ruim € 46.000.
De man gaat op 14 september 2017 in hoger beroep tegen de eerdere beschikking van de rechtbank. De vrouw wordt door de man verzocht om mee te werken aan een DNA-onderzoek. Uit meerdere DNA-onderzoeken blijkt dat de man niet de verwekker is van hun minderjarige kind, zodat hij niet onderhoudsplichtig is voor het kind. Nu er bij de beschikking van 26 mei 2010 door de rechtbank vanuit is gegaan dat de man de verwekker was van het kind, is de man van mening dat bij deze beschikking uit is gegaan van onjuiste gegevens, waardoor de beschikking van aanvang niet aan de wettelijke maatstaven heeft beantwoord.
Nu tussen partijen in ieder geval vast staat dat de man € 46.923,32 heeft betaald aan de vrouw, zal de rechtbank de vrouw veroordelen voormeld bedrag terug te betalen.
(Bron: Rechtbank Amsterdam 27-03-2019)
Tweet